
Het gerecht Honswijk omvatte het gebied ten noorden van de Lekdijk tussen de Scheidingsweg bij Pothuizen in het oosten en de veenrivier De Snel in het westen bij het gerecht Tull. Honswijk was gelegen op de Honswijkse stroomrug.
Op het hoogtepunt bestond enkele huizen en een kerkje in het gerecht. Ook was er een kasteel Blommesteyn en een kapel. De bebouwing betrof voornamelijk boerenbedrijven op de ontgonnen gronden ten noorden van de Lek. De noordgrens liep ter hoogte van de huidige Achterdijk.
Ontstaan gerecht Honswijk
In de Vroege Middeleeuwen maakte het gebied aan weerszijde langs de Lek deel uit van het gouw Lek en IJssel. De heer van Ten Goye was hier de machthebber. Na 1227 gaan de oevers van De Lek over in verschillende gerechten.
Uit 1322 is bekend dat Jfr Margriete Uytten Goye Jansdr wordt beleend met diverse gerechten waaronder het Wael, Honswick en Tulle.1 Na haar overlijden komt de heerlijkheid Hagestein in handen van Culemborg en Vianen. Vianen kan zijn deel niet betalen en draagt het over naar Otto van Asperen, die op 29 maart 1338 tot een splitsing overgaat.
Daarbij Honswijk toe aan de Heer van Culemborg en gaat dit verder onder het gerecht Honswijk. De andere delen; ’t Waal en het Tull komen terecht bij Otto I van Heukelom van Asperen. Daardoor ontstaat het gerecht Tull en ’t Waal.
Op 29 maart 1338 wordt het gerecht Hagestein opgedeeld. Daarbij komt het gebied rond Honswijk toe aan de Heer van Culemborg en gaat dit verder onder het gerecht Honswijk. Het andere deel, de dorpen ’t Waal en Tull gaan verder onder het gerecht Tull en ’t Waal en valt onder Otto van Asperen.
De ligging aan de noordzijde van de Lek tegenover Culemborg maakt Honswijk een aantrekkelijk bezit voor de heer van Culemborg, vanwege de veerverbinding en de invloed op de rivier De Lek. Het bezit van Steenwaard, een eiland in de Lek, was voor Culemborg belangrijk.
Strijd om hogere rechtsmacht
In de 15e eeuw begint er een langdurige strijd tussen de heer van Culemborg en de bisschop van Het Sticht. Culemborg meende dat Honswijk niet onder Het Sticht viel en dat ze daar de hogere rechtsmacht kon uitoefenen. De bisschop van Het Sticht meende dat De Lek de grens was en dat juist hij de hogere rechtsmacht bezat.
In 1475 doet het Het Hof van Holland een uitspraak in het voordeel van Culemborg.2 Maar de strijd is nog niet beslist en wanneer in december 1492 door de heer van Culemborg een dief aan de galg wordt gehangen, grijpt Utrecht in. De maarschalk van Utrecht brengt een flinke menigte volk uit naburige dorpen op de been en vertrekt met de schutterij van Utrecht naar Honswijk. De galg wordt met dief en al omvergehaald. De schutterij van Utrecht begeeft zich daarna naar Honswijk en verdrijft de Utrechters.3
In 1555 komt de discussie over de hogere rechtsmacht weer terug en in 1556 wordt deze door de heer van Culemborg verkocht aan Utrecht. In 1615 wordt het gehele gerecht verkocht aan de Staten van Utrecht, met uitzondering van het eiland Steenwaard.

Een eeuw later op 24 maart 1714 veilt de Staten van Utrecht het gerecht Honswijk. De nieuwe eigenaar is Van Wevelinkhoven. Daarna wisselt in de 18e eeuw Honswijk nog een paar keer van eigenaar, totdat in 1798 het heerlijk recht wordt afgeschaft. Steenwaard komt dan toe aan de mairie Tull en ’t Waal.
In 1748 staan er 21 huizen in het gerecht Honswijk, veelal verspreid langs de Lekdijk.
Diversen
Honswijk krijgt ergens tussen 1420 en 1451 als eerste gerecht in de huidige gemeente Houten schepenrecht. In 1475 zijn schepen: Peter Goesenss (70), Peter Dirckx (76), Jacob Henrickx (27), Peter Henrickx (33) en Hubert Jacobsz (36).4
In 1534 wordt de schepenbank samengevoegd met die in Everdingen-Zijderveld.
Honswijk heeft ook een molen hebben gehad. Deze wordt vermeld in de periode 1632 – 1643, maar is in 1830 niet meer bekend. Op een kaart uit 1805 staat een molen in Steenwaard ingetekend.
Eigenaren gerecht Honswijk
| 29-3-1338 | Huibert IV van Culemborg |
| 1347 | Jan III van Culemborg |
| 1377 | Gerrit I van Culemborg |
| 1394 | Hubrecht III van Culemborg |
| 1423 | Jan IV van Culemborg |
| 1452 | Gerrit II van Culemborg |
| 1480 | Jasper van Culemborg |
| 1506 | Elizabeth van Culemborg |
| 1527 | Gerrit van Pallant |
| 1540 | Floris I van Pallant |
| 1598 | Floris II van Pallant |
| 1615 | Staten van Utrecht |
| 1714 | Balthasar van Wevelinkhoven |
| 1715 | Maria Ignatia van Santvoort |
| 1724 | Reinier Uylenburg |
| 1745 | Johanna Bakker |
| 1756 | Jacobus van Baaren |
| 1799 | Johannes Jacobus van Baaren |
Noten
- RAZU – toegang 61- inv 23, Regesten betreffende Honswijk, 1322-1499 – M. Kemp ↩︎
- RAZU – toegang 61- inv 23, Regesten betreffende Honswijk, 1322-1499 – M. Kemp ↩︎
- De Kromme Rijn in de Middeleeuwen – C. Dekker (1983), pagina 408 ↩︎
- RAZU – toegang 61- inv 23, Regesten betreffende Honswijk, 1322-1499 – M. Kemp ↩︎
Deze pagina is gewijzigd op 23 maart 2025