De meeste gerechten hadden vanaf de 13e of 14e eeuw een schout. In de middeleeuwen vervangen ze soms de heer van het gerecht. Daarnaast hebben ze samen met een rechter de leiding als er uitspraken werden gedaan in het kader van burenrecht. De schout organiseert de bijeenkomst, waarbij diverse buren over de kwestie een uitspraak doen. Dit kon gaan over een civiel geschil zoals een sloot of een stuk grond, maar ook over lichte vergrijpen. De schout is vaak een grotere boer met aanzien en de rechter (richter) was van adel.
Na de middeleeuwen wordt de schepenbank ingevoerd. De schepenen worden regelmatig opnieuw gekozen. Het gaat dan vooral om rijke boeren.
Tot de 16e eeuw zijn er veel wisselingen in het schoutambt. Een enkele keer zijn er meerdere tegelijk, soms wordt het ambt weggegeven aan een schuldeiser en is er op de achtergrond toch een schout actief. Pas vanaf de 17e eeuw zien we de schout langer functioneren. Ze worden dan ook voor een vaste periode van bijvoorbeeld 6 jaar benoemd. De functie krijgt meer aanzien en er worden vervangers aangewezen. Vanaf 1750 is de schout steeds vaker een notaris uit de stad Utrecht.
Naast de rechtspraak zorgt een schout voor toezicht op wegen en watergangen. Ook worden ekster- en kraaiennesten verwijderd om schade aan de oogst te voorkomen. Samen met weerbare mannen uit het dorp is de schout ook verantwoordelijk voor de veiligheid. Tevens functioneerde de schout als belastinginner.
Schouten in de middeleeuwen
- 1366 – 1384 Bartelmeeus van den Wale
- 1389 – 1391 Beernt Snoy
- 1393 – 1396 Evert Wouter Foeckxsoen
- 1434 – 1435 Jacob Spruyt
- 1455 Jacob Spronksz van Rossum
- 1461 Alard Jacobsz van Rossum
- <1470 – 1473 Jacob van Rossum
- 1473 – 1477 Alard Jacobsz van Rossum
- 1490 Herman Jacobsz
- 1494 Gherit Aelbertsz van der Lair
- 1497 Albert van Rossum
- 1508 Geryt Aelberts van Laer
- 1521 Jacob van Rossum
- 1525 Peter Claesz
- <1531 – ???? Egbert Petersz van Ginckel
Schepenrechtspraak in Tull en ’t Waal
In het jaar 1534 wordt schepenrechtspraak ingevoerd in het gerecht Tull en ’t Waal.
- 1534 Henric Henricks van Leerdam
- 1536 Peter Wouterss
- <1541 – 1541 Reynault bastert van Brederode
- 1542 – >1546 Henrick van Leerdam Henrickx
- 1565 Henric van Dam
- <1563 – 1586 Ysbrant Wesselsz de Moelder
- 1586 – >1587 Jan Cornelisz van Praet
- 1613 Anthonis van Nykercken
- <1656 – >1666 Otto van Vyffhuysen
- <1672 – >1672 Pieter van Wijck
- 1677 – 1684 Pieter Leechburg
- 1684 – 1706 Jacob Steenwijck
- 1707 – 1724 Gerrit Steenwijck
- 1724 – 1754 Cornelis Leonard van der Pant
- 1755 – 1756 Pieter Sceperus van Eybergen
- 1757 – 1758 G. van Beest
- 1759 – 1795 Jacob van Baaren
- 1795 – 1795 Carel Hendrik van Nes
- 1795 – 1798 Hendrik Carel van Nes
- 1798 – 1802 Geen schout benoemd, de president neemt alle taken waar
- 1802 – Gerrit Berlang
Deze pagina is gewijzigd op 6 mei 2024